thuiswinkel-transparant

Historie per merk:

Steinway & Sons Piano’s en Vleugels

Geschiedenis van Steinway & Sons Piano’s en Vleugels

Henry E SteinwayDe stamvader van het wereldberoemde Steinway & Sons-bedrijf was Heinrich Engelhard Steinweg (1797–1871). Zijn wortels liggen in de Harz in Duitsland, waar hij zich in Seesen vestigde als meubel- en instrumentenmaker. Hij was het twaalfde kind van een gezin dat veel ellende en ontberingen moest meemaken. De legers van Napoleon lieten in die tijd in Duitsland een spoor van verwoestingen achter. Het huis van Steinweg brandde af en diverse broers van Heinrich kwamen om het leven. Alsof dat nog niet genoeg was, verloor hij ook nog zijn vader en zijn overige broers bij een ongeluk, waarbij hij als enige dit overleefde. Op zijn vijftiende was hij dus al wees en had hij geen dak meer boven zijn hoofd. Drie jaar later vocht hij mee in de slag bij Waterloo. Teruggekomen lukte het hem om in de kazerne een citer te bouwen, waarmee hij zijn kameraden wat kon opmonteren.

Na zijn diensttijd ging hij verder in de instrumentenbouw en rond 1825 bouwde hij zijn eerste tafelpiano. Hij trouwde en kreeg acht kinderen: vijf zoons en drie dochters. Evenals vele andere Duitsers maakte H.E. Steinweg plannen om met zijn vrouw en kinderen een beter bestaan op te bouwen in het land van de onbegrensde mogelijkheden. In het revolutiejaar 1848 vluchtte hun liberale zoon Karl al via Zwitserland naar Amerika. In 1850 emigreerde ook Heinrich Engelhard met zijn gezin naar Amerika. Alleen de oudste zoon C. F. Theodor (1825-1889) bleef achter om het bedrijf van zijn vader voort te zetten.

In Amerika aangekomen zochten ze werk bij diverse pianobedrijven en probeerden zo snel mogelijk de taal en de cultuur te leren. Ze verengelsten hun naam en noemden zich voortaan Steinway. Het waren zware jaren met hard werken en veel ziekte, omdat men moest wennen aan het nieuwe klimaat. Maar het waren gunstige jaren voor pianobouwers. Het Amerikaanse publiek raakte steeds meer geïnteresseerd in muziek en de piano werd een geliefd meubelstuk en instrument. In 1853 richtte Henry Steinway samen met zijn zoons Henry jr. (Heinrich 1831-1865) en Charles (Karl 1829-1865) officieel het bedrijf Steinway & Sons op; later volgden Wilhelm (William 1835-1896) en Albert (1840-1877).

Dochter Doretta bleek een goede verkoopster door potentiële klanten gratis pianolessen in het vooruitzicht te stellen. Ook werden, om het publiek te stimuleren, plannen gemaakt een concertzaal te bouwen. Door het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog werd de Steinway Hall echter pas in 1866 geopend. Dit succesvolle centrum voor kunst en cultuur werd gesloten in 1890, toen de Carnegy Hall deze functie overnam. Doordat de concertgangers door de showroom moesten lopen om bij de concertzaal te komen, steeg de verkoop van piano’s aanmerkelijk.

De broers Theodor in Duitsland en Henry in Amerika voerden deze jaren een intensieve briefwisseling met elkaar, waarbij beiden met belangrijke technische ideeën kwamen. Steinway heeft vele patenten op zijn naam staan. Enkele van de belangrijkste zijn het kruissnarige systeem, dat door Steinway vanaf 1859 voor het eerst werd toegepast in vleugels, een sterker gietijzeren raam en de duplex scale (1872).

theodore Steinway1865 werd een dramatisch jaar voor de familie: Henry jr. en Charles werden ziek en kwamen te overlijden. Christian Friedrich Theodor gaf zijn bedrijf in Duitsland op om in Amerika zijn 68-jarige vader en zijn broers William en Albert bij te staan. Theodore Steinway legde zich toe op de technische kant van de pianobouw, terwijl William Steinway actief was op het commerciële vlak.
In 1880 huurden Theodore en William een oude naaimachinefabriek in Hamburg om daar een nieuwe Steinwayfabriek op te bouwen. Wegens gebrek aan vaklieden werden aanvankelijk alle onderdelen door het moederbedrijf in New York geleverd om in Hamburg te worden samengebouwd. Enkele jaren later gaat men verder in een nieuw, eigen fabrieksgebouw en volgen er spoedig meerdere filialen.

Zo snel hij kan gaat Theodore weer terug naar zijn geliefde Duitsland, waar hij nauw contact heeft met Helmholtz.
Uiteindelijk werd Braunschweig weer zijn thuisbasis en bezocht hij van daaruit regelmatig New York. In 1889 overleed hij in Braunschweig.

Steinway & Sons Fabriek in HamburgDe productie verliep goed in tot aan de jaren ’30. Door de opkomst van de radio en televisie en door de economische crisis daalde het aantal instrumenten vervolgens naar een dieptepunt. Huizen werden kleiner en om op deze nieuwe trend in te spelen, werden in de tweede helft van de jaren ’30 kleinere piano- en vleugelmodellen ontwikkeld waarna de vraag weer wat aantrok.

In 1941 werd de locatie in Hamburg als vijandelijk bezit gezien en in beslag genomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in Hamburg diverse houten voorwerpen gemaakt, zoals bedden en geweerkolven, tot in 1943 de fabrieksgebouwen na een bomaanslag volledig afbrandden. Na 1948 komt de productie in Hamburg weer op gang, terwijl men in New York nog met problemen blijft kampen. Wanneer eind jaren ’60 de onderneming onder leiding van Henry Z. Steinway weer enigszins rendabel is, wordt in 1972 besloten het familiebedrijf te verkopen aan het CBS-Columbiaconcern.

In 1985 verkoopt de CBS het bedrijf vervolgens aan een Bostonse investeerdersgroep die de holding Steinway Musical Properties opricht. Deze wordt in 1995 verkocht aan Conn-Selmer die de naam wijzigt in Steinway Musical Instruments. Vanaf 1996 is het bedrijf aan de beurs van New York (NYSE) genoteerd onder de naam LVB (Ludwig von Beethoven).
De Koreaanse gitaar- en pianofabrikant Samick Music Corporation was enige jaren met ca. 33% de grootste aandeelhouder tot Steinway op 18 september 2013 werd overgenomen door hedgefonds Paulson & Company. Steinway is vervolgens van de beurs gehaald.

Steinway & Sons in Amerika

Huidige fabriek in Amerika