Beschrijving
Pfeiffer Piano’s en Vleugels
Geschiedenis Pfeiffer Piano’s en Vleugels
De eerste 80 jaar
Na een opleiding in Bern en een werktijd in Stuttgart, richt Joseph Anton Pfeiffer (1828-1881) in 1862 zijn eigen bedrijf op. In 1865 verhuist het bedrijf naar een eigen, nieuwe locatie aan de Silberburgstrasse. Dit blijft het adres tot het bedrijf in 1943 door brandbommen wordt verwoest. In 1872 verlaat de duizendste piano de fabriek. Wanneer de oprichter Joseph Anton Pfeiffer in 1881 overlijdt, nemen enkele van zijn zoons het bedrijf over. De oudste zoon Otto Pfeiffer (1859-1899) overlijdt enkele jaren later. Hierdoor blijft Carl Anton Pfeiffer (1861-1927) over, die al vanaf 1896 enige eigenaar is. Hij geeft de firma de nieuwe naam Carl. A. Pfeiffer. Deze naam wordt tot op heden nog gevoerd. Carl Anton gaat in de leer in Berlijn, Dresden (bij Rönisch), Londen (bij Brinsmead) en New York (bij Steinway & Sons). Carl Anton doet diverse belangrijke nieuwe uitvindingen. Hij vraagt enkele patenten aan, wint medailles, verdient ook diverse koninklijke onderscheidingen en een eredoctoraat. Ook maakt Pfeiffer handig gereedschap; de door hem uitgevonden kroptang bijvoorbeeld wordt nog steeds gebruikt door de hedendaagse pianotechnici.
Sinds 1910 is Carls zoon Walter (1886-1960) werkzaam in het bedrijf. Ook hij heeft een uitgebreide opleiding genoten in Duitsland en Amerika. Hij houdt zich eveneens wetenschappelijk bezig met de pianobouwkunst. Hij promoveert en laat diverse vakboeken na.
Na de Tweede Wereldoorlog
Na de Tweede Wereldoorlog is er niets meer overgebleven van de fabrieksgebouwen. In 1946 begint men aan de Herderstraat met nieuwbouw. Met behulp van de achterkleinzoon van de oprichter, Helmut Carl Pfeiffer (1921), worden alle instrumenten opnieuw geconstrueerd, waarbij kwaliteit hoog in het vaandel staat. De nieuwe generatie piano’s en vleugels vinden hun weg naar radio- en opnamestudio’s, muziekscholen en conservatoria. Hoewel het afzetgebied lange tijd Zuid-Duitsland en omgeving betrof, vond het prachtige Pfeiffer instrument langzamerhand ook daarbuiten zijn weg, Zowel in binnen- als buitenland werden Pfeiffer piano’s zeer gewaardeerd om de hoogstaande kwaliteit. Toen wij in de jaren ’80 van de vorige eeuw op de beurs kennismaakten met Pfeiffer, raakten we enorm enthousiast. H.P. Steenhuis heeft dan ook enkele jaren met plezier Pfeiffer piano’s verkocht.
1990 tot heden
Helmuts zoon Georg Pfeiffer (1959) leert ook voor pianobouwer. Daarnaast doet hij een studie bedrijfskunde in Zürich en Wenen. Na zijn promotie sloot hij zich bij zijn vader in de fabriek aan.
Na de val van de Muur neemt Pfeiffer de Oostduitse pianofabrieken Ludwig Hupfeld en Rönisch over. In 1994 verhuist het bedrijf naar Leonberg, naar een opvallende toren op een industrieterrein. Ook wordt de productie gewijzigd en worden pianodelen elders vervaardigd. Als pianohandelaar merk je helaas toch de gevolgen daarvan in de kwaliteit.
Successievelijk worden delen van het hoge gebouw verhuurd en uiteindelijk verkocht. In 2019 had men plannen om een nieuw gebouw in bedrijf te nemen. Ook was er een idee om een grote glazen tentoonstellingsruimte in de vorm van een vleugel te bouwen.
Momenteel betrekt de pianofabriek alle pianodelen van Seiler in Kitzingen, dochter van Samick. Pfeiffer concentreert zich hiermee uitsluitend op de afbouw en de verfijnde eindafwerking van zijn instrumenten.