Geschiedenis Petrof Piano’s en Vleugels

De Petrof pianofabriek werd opgericht in 1864 in Hradec Králove, een industrieel stadje 100 kilometer ten oosten van Praag, gelegen in de Tsjechische Republiek, Antonin Petrof werkte in de werkplaats van zijn vader die een pianowinkel had.

Door Antonin Petrofs intelligentie en grote energie verzekerde Petrof Piano zich van een zeer snelle ontwikkeling in begin 1880. De oorspronkelijke vestiging van de Petrof fabriek, gelegen naast de belangrijkste kathedraal in Hradec Králove staat er nog steeds Vijf generaties lang was de fabriek in bezit van de familie Petrof. Gedurende die tijd had Petrof een voorsprong op de technische ontwikkelingen en behaalde veel prijzen voor haar piano’s op internationale tentoonstellingen. In de meeste van de belangrijke concertzalen in die tijd stond er een Petrof vleugel. In 1899 werd het bedrijf genoemd als officiële piano leverancier van de Oostenrijks-Hongaarse rijk. Aan het einde van de 19e eeuw waren er ongeveer 600 pianobouwers die werkzaam waren in de Verenigde Staten en Europa. Bij de nationalisatie van de Tsjechische Republiek in 1948 werd de fabriek staatseigendom. Het communistische beheer van de fabriek verhoogde de productie, maar de kwaliteit van het product ging voortdurend achteruit omdat managers uitsluitend werden beoordeeld om aantallen. Hierdoor was er al snel geen stimulans meer om kwaliteit te produceren. Op een gegeven moment werd het grootste deel van de productie Petrof verscheept naar de Sovjet-Unie in ruil voor olie en aardgas.

De Petrof familie had moeite om te overleven en moesten 40 jaar wachten tot de “Fluwelen revolutie”van 1989 leidde tot de vorming van een nieuwe democratische regering in Praag. In 1991 kreeg de familie Petrof het bedrijf weer in handen en zette het bedrijf voort zoals voor de tweede wereldoorlog. Kwaliteit is weer de motivatie van de geboren pianobouwers uit Tsjechië.